Een castellum is een fort voor hulptroepen (Latijn: auxilia) van het Romeinse Rijk. Er verbleven zo'n 500 tot 1000 man, infanterie en ruiterij, bijvoorbeeld een viertal centuriae (pelotons) voetsoldaten van honderd man en twee vendels van dertig cavaleristen.[1][2] Castella werden onder andere langs de limes in Nederland gebouwd. Ze worden onderscheiden van de castra, de legerplaatsen van de legioenen, waar ruim 5.000 man konden verblijven. In een klein castellum konden zo'n 500 tot 600 soldaten wonen. In een groot castellum konden zo'n 5.000 tot 6.000 soldaten wonen.
Verschillende Nederlandse steden zijn ontstaan op de plaats van antieke castella, zoals Alphen aan den Rijn (Albaniana), Woerden (Laurium), Utrecht (Traiectum), Maastricht (Mosa Trajectum) en Aardenburg. Het Nederlandse woord "kasteel" is van castellum afgeleid. Ook in België is een stad ontstaan waar vroeger een castellum stond, namelijk Oudenburg, gelegen dicht bij Oostende.
Als toponiem komt het in vele plaatsnamen voor, zij het vaak in een verbasterde vorm, onder meer in namen als Kassel (Frans: Cassel), Kessel, Castricum en Castellane.
Naast een castellum was vaak een vicus (gehucht) te vinden. De bewoners werden aangelokt door het castellum.